Gaan door het Woord… en wederkeren
Auteur: Ds. R. Bakker, Kinderdijk - Laatst geactualiseerd: 7-1-2025
Gaan door het Woord… en wederkeren
En Abraham zeide: God zal Zichzelven een lam ten brandoffer voorzien, mijn zoon (Genesis 22 vers 8a).
Geliefde lezer(es), in dit hoofdstuk verzoekt God Abraham, hem bevelende zijn zoon Izak te offeren. Abraham gehoorzaamt Gods bevel door het geloof, waarin ook de toezegging begrepen is. Daarom is hij ten uiterste gereed om Izak te slachten, gelovende dat God zijn zoon hem wedergeven kan. Het is de kracht van Gods Woord die hem doet gaan... en wederkeren.
We zien beiden gaan: Abraham en Izak. Zijn enige zoon, die hij liefhad, waarop al zijn hoop was, want: ‘in Izak zal u het zaad genoemd worden.’ Hij had eertijds zijn vertrouwen op Ismaël gezet, vlees tot zijn arm gesteld. Het woord Gods klonk echter: ‘Werp de dienstmaagd uit en haar zoon; want de zoon der dienstmaagd zal geenszins erven met den zoon der vrije’ (Gal. 4:30).
De woorden van onze overdenking zijn een antwoord op de vraag van Izak. De vraag sneed als een mes door Abrahams hart. ‘Mijn vader, zie, het vuur en het hout, maar waar is het lam tot het brandoffer?’ Een vraag die duidelijk maakt dat Izak bekend was met de wijze waarop de offeranden plaatsvonden.
Is dat ook zo bij u, mijn geliefde lezer(es)? Weet u de wijze waarop de Heere gediend wil worden? Weet u hoe de verzoening met God plaats moet vinden in uw leven, wil het wel met u zijn op weg en reis naar de grote eeuwigheid? Velen gaan heen in hun onwetendheid. Velen gaan met een misschientje de nimmer-eindigende eeuwigheid aandoen. O, wat zal dat toch een ontnuchtering zijn, straks voor een rechtvaardige God te moeten verschijnen, Die de schuldige geenszins onschuldig houdt.
De lieflijke woorden van Izak zouden Abraham naar het vlees wel veel hebben kunnen hinderen; maar door des Heeren Geest verwekken zij in hem meer vertrouwen op een goede uitkomst, zoals zijn antwoord getuigt. Abraham mocht van zichzelf afwijzen en op God wijzen.
Als Gods kinderen beproefd worden, weten ze niet hoe ze erdoor moeten komen, wanneer zij op zichzelf zien. Maar mogen ze op God en Zijn Woord zien, dan mag er een toevoorzicht zijn. Simon had de hele nacht gevist, en niets gevangen. Maar als Christus op klaarlichte dag bevel geeft om af te steken naar de diepte en zijn netten uit te werpen om te vangen, dan mag hij zeggen: ‘Doch op Uw woord zal ik het net uitwerpen.’ Daarop vulden hij en zijn medegenoten twee schepen, zodat zij bijna zonken. De Heere geeft altijd meer dan waar Zijn kinderen door het geloof om vragen.
God heeft in Zijn goedheid Zelf de weg gebaand tot verlossing van Izak en zijn zaad na hem. Abraham heeft een gegeven ram mogen offeren ten brandoffer in zijns zoons plaats. Zo is Christus gekomen, als het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt. Alles van een mensenkind moet verdwijnen, wil God aan Zijn eer komen. Hij doet het alles tot de eer van Zijn grote Naam.
Deze meditatie verscheen in december 2024 in onze Zendingsbode.
Gaan door het Woord… en wederkeren
En Abraham zeide: God zal Zichzelven een lam ten brandoffer voorzien, mijn zoon (Genesis 22 vers 8a).
Geliefde lezer(es), in dit hoofdstuk verzoekt God Abraham, hem bevelende zijn zoon Izak te offeren. Abraham gehoorzaamt Gods bevel door het geloof, waarin ook de toezegging begrepen is. Daarom is hij ten uiterste gereed om Izak te slachten, gelovende dat God zijn zoon hem wedergeven kan. Het is de kracht van Gods Woord die hem doet gaan... en wederkeren.
We zien beiden gaan: Abraham en Izak. Zijn enige zoon, die hij liefhad, waarop al zijn hoop was, want: ‘in Izak zal u het zaad genoemd worden.’ Hij had eertijds zijn vertrouwen op Ismaël gezet, vlees tot zijn arm gesteld. Het woord Gods klonk echter: ‘Werp de dienstmaagd uit en haar zoon; want de zoon der dienstmaagd zal geenszins erven met den zoon der vrije’ (Gal. 4:30).
De woorden van onze overdenking zijn een antwoord op de vraag van Izak. De vraag sneed als een mes door Abrahams hart. ‘Mijn vader, zie, het vuur en het hout, maar waar is het lam tot het brandoffer?’ Een vraag die duidelijk maakt dat Izak bekend was met de wijze waarop de offeranden plaatsvonden.
Is dat ook zo bij u, mijn geliefde lezer(es)? Weet u de wijze waarop de Heere gediend wil worden? Weet u hoe de verzoening met God plaats moet vinden in uw leven, wil het wel met u zijn op weg en reis naar de grote eeuwigheid? Velen gaan heen in hun onwetendheid. Velen gaan met een misschientje de nimmer-eindigende eeuwigheid aandoen. O, wat zal dat toch een ontnuchtering zijn, straks voor een rechtvaardige God te moeten verschijnen, Die de schuldige geenszins onschuldig houdt.
De lieflijke woorden van Izak zouden Abraham naar het vlees wel veel hebben kunnen hinderen; maar door des Heeren Geest verwekken zij in hem meer vertrouwen op een goede uitkomst, zoals zijn antwoord getuigt. Abraham mocht van zichzelf afwijzen en op God wijzen.
Als Gods kinderen beproefd worden, weten ze niet hoe ze erdoor moeten komen, wanneer zij op zichzelf zien. Maar mogen ze op God en Zijn Woord zien, dan mag er een toevoorzicht zijn. Simon had de hele nacht gevist, en niets gevangen. Maar als Christus op klaarlichte dag bevel geeft om af te steken naar de diepte en zijn netten uit te werpen om te vangen, dan mag hij zeggen: ‘Doch op Uw woord zal ik het net uitwerpen.’ Daarop vulden hij en zijn medegenoten twee schepen, zodat zij bijna zonken. De Heere geeft altijd meer dan waar Zijn kinderen door het geloof om vragen.
God heeft in Zijn goedheid Zelf de weg gebaand tot verlossing van Izak en zijn zaad na hem. Abraham heeft een gegeven ram mogen offeren ten brandoffer in zijns zoons plaats. Zo is Christus gekomen, als het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt. Alles van een mensenkind moet verdwijnen, wil God aan Zijn eer komen. Hij doet het alles tot de eer van Zijn grote Naam.
Deze meditatie verscheen in december 2024 in onze Zendingsbode.
